Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Babel

betekenis & definitie

Deze hoofdstad van het Chaldeeuwsche rijk was bekend om hare weelde en onzedelijke afgoderij; vandaar dat reeds in den bijbel Babel gold als benaming eener stad van weelde en zingenot (Openb. XIV: 8).

Vgl. ook in het fr. la grande Babylone; hd. modernes Babylon; Norddeutsches Babel (Berlin); Themsebabel (Londen); Seine babel (Paris). De bekende toren van Babel, waarvan Genesis 11 vs. 1-9 verhaald wordt, komt voor in de spreekwijze zoo hoog als de toren van Babel, waarbij men bedenke, dat de menschen een toren wilden bouwen, die tot den hemel reikte, hetgeen door God verijdeld is, daar Hij de menschen op eenmaal verschillende talen deed spreken, zoodat ze elkaar niet langer verstonden en uit elkander gingen; vgl. Gen. 11,9: Aldaer verwerrede de Heere de sprake der gantsche aerde, ende van daer verstroydese de Heere over de gantscher aerde.