Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Gepubliceerd op 10-05-2021

Groot, frederik pieter

betekenis & definitie

(19021974) Ned. schrijver, was journalist en medewerker bij een uitgeverij. G. is de auteur van een bijzonder uitgebreid oeuvre (ca. 100 werken), dat streekromans, kinder- en meisjesboeken en toneelwerk omvat. Zijn streekromans spelen zich veelal af in West-Friesland.

Hij schreef onder een viertal pseudoniemen. Werk o.a.: onder het pseud. Pieter Nierop: Als ratten in de vai 1953, De zeven zusjes Sandelhout 1955, Bartje van de Beukenhof 1965, Het zevende kind 1971; onder het pseud. Annelies de Greeve: Amateurtje 1952, Achter de bonte lap. Roman uit het circusleven 1955, Zonnestraal in de mist 1965, Als twee druppels water 1972; onder het pseud. Marijke de Jongh: Vogels vliegen uit het nest 1959, De raadselachtige filmster 1964, En toen kwam Parijs 1971; onder het pseud. Ewout Speelman: De moordenaar heeft de regie 1962, De bange twijfel 1965, Drie dwazen op een rij 1969, En toen kwam het water 1972, Het erfgoed van Marijt 1973 en Laatste lente 1974.

< >