TITSINGH (Isaac), hoofd van de faktorij der O.I. Compagnie op 't eilandje Deshima in de baai van Nagasaki (Japan) gedurende de jaren 1778-1784. In 1740 of 1744 te Amsterdam geboren, ging hij reeds vroeg naar Batavia, vanwaar hij in 1778 naar Japan werd gezonden. Als hoofd der kolonie bezocht hij herhaaldelijk het hof van den Shögun te Yedo, en daar hij zich doortaktvol optreden de genegenheid van hooggeplaatste Japanners had verzekerd, wist hij eenige handelsvoordeelen te verkrijgen. Na in 1784 met een rijke verzameling zeldzaamheden en aanteekeningen naar Batavia te zijn teruggekeerd, werd hij kort daarna gouverneur van een faktorij in Bengalen, doch spoedig zag Batavia hem terug als lid van den Raad van Indië. In 1794 als afgezant naar China gezonden, wist hij ook daar door beleidvol handelen de chineesche autoriteiten gunstig te stemmen en zijn zending op 13 Mei 1795 tot een goed einde te brengen. Ten slotte keerde hij, na een 33-jarig verblijf in 't Oosten, in 1809 uit Batavia naar 't vaderland terug. De staatkundige gebeurtenissen noopten hem naar Parijs te gaan, waar hij 9 Febr. 1812 overleed, vóórdat hij al zijn aanteekeningen had uitgewerkt en persklaar gemaakt. Een fransch uitgever kreeg zijn papieren in handen en gaf ze uit. Wat zijn japansche verzameling betrof, die bleef in 't-bezitvan zijn familie, tot zij in 1893 bij de Firma Fred. Muller te Amsterdam onder den hamer kwam. Zij bevatte vele zeer mooie en zeldzame netsukes (gordelknoopen), bronzen, aardcwerk, lakwerken kleurendrukken (vgl. Catal. v. Fred. Muller, getiteld l'ArtJaponais, Collection du DocteurJ. Titsingh a la Haye, 1893).
Werken: Cérémonies usitées au Japon pour les maiages et les funérailles (Paris 1819); Mémoires et anecdotes sur la dynastie régnante des Djogouns (Paris 1820, bezorgd door Rémusat); Illustrations ofJapan, with coloured plates from Jap. original designs (Londen, 1822); Byzonderheden overJapan, behelzende een verslag van de huwelijksplechtigheden, begrafenissen en feesten der Japaneezen, de gedenkschriften der laatste Japansche keizers en andere merkwaardigheden nopens dat rijk, uit het Engelsch. Met gekleurde platen naarJapansche origineelen. 2 deelen. ('s Gravenhage 1825) (dit is een vertaling der engelsche Illustrations ofJapan, welke uitgave een vertaling was van de te Parijs verschenen werken); Nipon o dai itsi ran, ouAnnales des Empereurs du Japon, traduites par I. Titsingh (Paris 1834, herzien en aangevuld door Klaproth) (dit is het werk Nihon ödai ichiran of ‘Overzicht der vorstelijke generaties van Japan’). Hij schijnt een Nederduitsch-Japansch Woordenboek te hebben vervaardigd, dat nooit uitgegeven is (zie de inleiding van Fred. Muller's Catalogus, waar geciteerd wordt de Catalogue de Quaritch (1874) no. 9074; zie voorts C.A. den Tex, Over de bij het Instituut berustende handschriften van Titsingh en hetNed.- Jap. Woordenboek (Amsterdam, 1842). In de Annales des Voyages, XXIV, vindt men een artikel over 't eiland Yezo, getiteld: Déscription de la Tere Jeso traduite du Japonais par M. Titsingh, alsook een aanteekening over zijn verzameling, en het derde deel van de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap bevat een paar mededeelingen van zijn hand over de bereiding der sake en der soya.
Zie: Rémusat, Nouvelles mélanges asiatiques II (1829); Handelingen en Geschriften van hetIndisch Genootschap te 's-Gravenhage, VII (1860), 303; J. Habbema, Hirado en Desjima in Ind. Gids, Nov. 1909.
de Visser