STRATINGH (Sibrandus Elzoo), geb. in 1774 te Groningen, overl. 16 Juni 1846 aldaar, was de zoon van Sibrandus Stratingh, hoogleeraar in de schei- en natuurkunde, en Elzena Groeneveld Bos.Hij studeerde in zijn geboorteplaats in de geneeskunde en promoveerde in 1798 op eene dissertatie De asphyxia neonatorum. Gevestigd te Groningen kreeg hij eene drukke praktijk en begon in 1804 zijne openbare loopbaan als medicus academicus, belast met de behandeling der patiënten in het Nosocomium, en op 30 Mrt. 1813 werd hij benoemd tot professor
vicarius en toegevoegd aan den hoogleeraar Thomassen a Thuessink, 15 Apr. d.a.v. werd hij als zoodanig
geïnstalleerd. 5Oct. 1814 volgde zijne benoemingtot buitengewoon en 16Oct. 1915 tot gewoon hoog, leeraar om onderwijs te geven in de pathologie therapie, materies medica en de kliniek in het ziekenhuis.