LUDEKING (Willem Ernst), 17 Jun. 1802 geb. te Amsterdam, 3 Mrt. 1882 overl. te Brielle. Na als genees-, heel- en vroedmeester werkzaam te zijn geweest te Hilversum en te Nieuwe Tonge, vestigde hij zich te Brielle, waar hij zich, behalve met zijne praktijk, bezighield met wetenschappelijke studie. 1 Sept. 1847 werd hij door het Genoots. t.b.d. heelkunde te Amsterdam met eene zilveren medaille bekroond voor zijn werk op geschiedkundig gebied, get.
Eene bijdrage tot de geschiedenis der geneeskunde in Nederland van de vroegste tijden tot op de stichting van de leidsche hoogeschool I (Brielle 1847). Verder schreef hij nog: Iets over de lithotritie of steenvermaling, volgens het werk van Dr. Civiale medeg. in Tijds. v. Gen-, heel-, verlos- en scheikund. wetensch. van wege het Genoots. Vis Unita Fortior te Hoorn III, 94; Waarneming eenerplacenta praevia, Ibid. 188; Iets over diabetes, medeg. op een gestelde vraag in een gezelschap van plattelands genees-, heel- en verlosk. op het eiland Flakkee; Iets over de werking der Cantharides op het levend menschelijk organismus voor G.S. Nardo te Venetië medeg. in Boerhaave. Tijds. v. genees-, heel-, verlos- en artsenijmengkunde II, 12; Acht waarnemingen betreffende de geneeskracht van de Salicine door J.v. Kromholz, hoogl. in de Geneesk. te Praag. Ibid. 72.
Simon Thomas