NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Feith, pieter rutger (1)

betekenis & definitie

FEITH (Pieter Rutger) (1), zoon van Rhijnvis Feith (kol. 854), geb. te Zwolle 8 Sept. 1773 en overl. aldaar 12 Maart 1853, studeerde en promoveerde te Groningen, was rechter te Almelo en sedert 1838 raadsheer in het provinciaal gerechtshof van Overijsel. Hij gaf uit: Gedichten (Leeuwarden, 2 dln. 1839).

Zie: H.O. Feith, Geslachtslijst van de familie Feith (Gron. 1881) 31.

Feith

< >