BULTINCK (Michael) geb. te Thielt omstreeks 1600, overl. te Brugge 21 Maart 1678, heeft 9 Apr. 1630 in de Cistercienserabdij van Duinen de kloostergeloften
afgelegd. Eerst supprior der abdij, volgde hij later zijn medebroeder Adriaan Meuleman op als (laatste) rentier van Zande te Hontenisse, nadat hij dezen reeds eenige
jaren was behulpzaam geweest b ij de moe i l ijkheden voortgesproten u i t het inbeslagnemen der goederen van Zande door den Prins van Oranje. Hierom dan ook verbleef hij vanaf 1649 bijna voortdurend te 's Gravenhage, waar hij tevens kapelaan was van den spaanschen gezant en, door den vicaris apostolicus J. de la Torre erkend, menigen dienst bewees aan de haagsche katholieken. Men treft hem nog aldaar aan in 1655-1658. Sinds 1652 was hij notaris apostolicus, in 1663 verkreeg hij van den abt-generaal Cl. Vaussin den titel van prior van Klaarkamp in Friesland. Gekozen en benoemd tot abt zijner abdij, geïnstalleerd 22 Sept. 1667, regeerde hij 10^ jaar.
In 1672 werd hij aangesteld als vicaris-generaal zijner orde in België. Zijn geschilderd portret als abt wordt nog bewaard in de voormalige abdij, thans seminarie, te Brugge.
Zie: Gallia Christiana nov. V, 295; Cronica et cartularium monast de Dunis (Brug. 1864) 101, 106; N.van Hove, Het leven van den S. Idesbaldus (Brugge 1751), 255-256; ArchiefAartsb. UtrechtXI, 101; F.v.d. Putte, Chroniqueetcartulairede l'abbaye de Groeninghe (Brug. 1872) LXXV, 119-120; Registr. omnium religiosorum monast. Dunen. 104-106, 243 (H.S., Arch. Seminarie te Brugge).
Fruytier