NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bulthuis, johannes

betekenis & definitie

BULTHUIS (Johannes), zoon van Stephanus Bulthuis en Jantjen Aling, geb. 1730 te Groningen, overl. te Workum 29 Mei

1791; studeerde te Groningen in de theologie (ingeschr. 29 Aug. 1748) werd 1755 proponent en ruim twee jaren later pred. te Holwierda in Groningen, vanwaar hij in 1773 naar Wirdum vertrok. In 1775 naar Sneek beroepen, maakte hij gebruik van den kansel om van zijn staatkundige gevoelens te doen blijken en werd deswege door het Hof van Friesland 4 Apr. 1786 tot 500 g. boete veroordeeld.

< >