Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Gepubliceerd op 15-09-2021

Hippokrates (460-337 v.chr.)

betekenis & definitie

Deze Griekse arts wordt in elk overzicht bovenaan gezet. Een beetje eenzijdig, want hij is óók de vader van de reguliere geneeskunde.

Dat wil zeggen: als hij heeft bestaan. Als iemand wordt aangeduid als kleinzoon of iets dergelijks van een god, ben ik altijd wat twijfelachtig gestemd. Eén ding staat wel vast: op het eiland Kos-tegenwoordig een toeristische trekpleister-was in de oudheid een medische school. Een instituut dat Hippokrates als oprichter vereerde en dat de wereld tweeënzeventig boeken heeft nagelaten. Die gaan over kruiden en diëten, vasten en waterkuren, lucht- en zonnebaden, vrouwenziekten, medische ethiek en nog een hele lijst andere onderwerpen. Iedereen citeert eruit, alsof de legendarische dokter ze zelf heeft geschreven.

Wie weet? Mocht hij écht hebben bestaan, dan is het in elk geval een bijna moderne figuur geweest. Niet vastgebakken aan zijn stek, maar zwervend door Griekenland en het tegenwoordige Turkije. Voor hem was ziekte iets van de hele mens, een kwestie van levenskracht die uit balans geraakt was. Het vaste geloof dat kwalen van de goden of van boze geesten kwamen, veegde hij onder het tapijt. In de boeken van zijn school wordt voor het eerst gerept over ziekten die men kan genezen met de middelen die ze juist lieten ontstaan. Koorts wijkt voor koortsverwekkende middelen... De eerste homeopathische rimpeling in de vijver van het medische denken.