Met gemrna wordt een knop bedoeld. Het Latijnse woord had indertijd een veel bredere betekenis en in mijn dikke Van Dale vind ik het nog ‘Nederlandse’ woordje gem, dat een juweel betekent waarin letters of figuren zijn uitgesneden.
In ons trefwoord betekent het bloem- of bladknop. Zo’n plantedeel is nog in volle groei als het geoogst wordt en van nature barstensvol nieuw leven. Ook al het andere dat ontluikt-jonge loten, kiemen-en overloopt van energie, wordt voor de gemmotherapie gebruikt. De werking is ook stukken sterker dan die van de complete en volgroeide plant. Daarom moet men hun actie scherper richten en deugen ze naar mijn smaak wat minder goed voor zelfmedicatie. In een ervaren hand zijn ze bij uitstek geschikt om een hele lijst kwalen te verhelpen.
U zult in de handel medicijnen vinden van de zwarte els (Alnus glutinosa), olijf (Olea europaea), jeneverbes (Juniperus communis), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), de gewone sering (Syringa vulgaris), de Franse tamarisk (Tamarix gallica) en de wijnstok (Vitis vinifera). Doorgaans zijn de tincturen die men ervan maakt, niet verder verdund dan één op tien. De verscheidenheid van ziekten waar ze tegen opgewassen zijn, is zo groot dat ik er jammer genoeg niet verder op in kan gaan. Meestal vindt u ze bij artsen die met homeopathische en fytotherapeutische middelen werken.
