Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Gepubliceerd op 15-09-2021

Dr. samuel friedrich christian hahnemann (1755-1843)

betekenis & definitie

Hahnemann wordt beschouwd als de grondlegger van de homeopathie. Het is best mogelijk dat de school van Kos al enige notie van die natuurwet had en ook Paracelsus had zo zijn methoden, maar Hahnemann ontdekte alles weer opnieuw en-want dat is het voornaamste-bouwde er een systeem van.

Hij was een geniale man: niet alleen een dokter, maar tevens een scheikundige, een man die vele talen vloeiend sprak en schreef, auteur, vertaler en door een stuk zelfstudie bij zijn schoonvader: een apotheker. Hij was zich van zijn grote gaven bewust en liet zijn tegenstanders-figuurlijk-graag alle vier de hoeken van de kamer zien. Veel vriendschap heeft hem dat niet opgeleverd en er was telkens wel iets waardoor hij weer zijn koffers moest pakken. Als de doktersstiel hem weer eens onmogelijk was gemaakt, vertaalde hij boeken. Maar ook daarbij bleef hij typisch Hahnemann. Was hij het ergens niet mee eens, dan onderzocht hij alles eerst en schreef hij de hele zaak opnieuw.

Iets dat je tegenwoordig voor de arrondissementsrechtbank zou brengen. Maar Hahnemann zette geen letter op papier, waar hij niet voor honderd procent achter stond. Zijn experimenten leverden hem dé vondst van zijn tijd op: het gelijksoortige wordt door het gelijksoortige genezen. Vertaald in een gemakkelijk voorbeeld: koffie! Een kop van dat geurige vocht helpt iemand die nog laat moet werken, wakker te blijven. Sommige mensen drinken 's avonds zelfs geen koffie, omdat ze dan helemaal niet meer in slaap kunnen komen. Maar juist als iemand last heeft met onder zeil te raken, helpt koffie.

Niet uit een dampende pot geschonken, maar bewerkt met alcohol en in een pieterklein hoeveelheidje. Niet dat de gewone slapeloosheid en het klaar wakker liggen door een al te stevig bakje troost precies hetzelfde zouden zijn, maar ze zijn wel gelijksoortig.

Met die ontdekking kwam Hahnemann helemaal op voet van oorlog met veel vakgenoten. Gelukkig voor hem bestond Duitsland toen nog uit dozijnen staten en staatjes, elk met hun eigen vorsten en regeringen. Veroordeeld in het ene rijk, kon hij in het andere rustig praktizeren. Totdat zijn tweede huwelijk hem naar Parijs bracht. Daar werd hij de mode van de dag en wie hem wilde consulteren, moest letterlijk goudgeld geven. Behalve de minder draagkrachtigen.

Eens per week was er gratis spreekuur en stonden de patiënten vanaf de trap naar zijn spreekkamer tot de hoek van de straat. Hahnemann-toen al over de tachtig-behandelde ze allemaal, had voor iedereen tijd en een goed woord over. ‘Wat wil je innemen?’ vroeg zijn vrouw, toen hij zich niet lekker voelde. ‘Hier is geen medicijn tegen,’ zei de grote arts en stierf rustig en zonder doodsstrijd.