Terugkoppeling is een modern woord, maar eigenlijk deed iedereen het altijd al. Gesteld een zakenman onderneemt vanuit zijn hoofdkantoor een actie.
De resultaten liggen niet meteen op zijn bureau. Die zijn op de nevenvestigingen en op de verkooppunten voelbaar. Door alles terug te brengen, terug te koppelen, naar het punt waar de oorspronkelijke actie startte, kan men zien of ze wel zinvol was. Programma’s kunnen worden aangepast, de gang van zaken onder druk gezet of omgekeerd juist afgeremd. Liet men alles maar op z’n beloop en koppelde men nooit terug, dan was elke campagne een serie slagen in de lucht. In de computerwereld is die feedback een doodgewone zaak. Maar ook genezers maken er gebruik van.Een patiënt wordt aangesloten op een instrument dat zijn huidweerstand of bloeddruk vastlegt. dat de elektrische golven meet die hersenen of hart uitzenden. Het resultaat wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld door een naald of lichtje, of hoorbaar door een toetertje. Als het maar duidelijk tot iemand door kan dringen. In het begin zit men er alleen maar naar te kijken. Maar dan blijkt opeens dat men een wijzer heen en weer kan laten gaan. Men kan door afstandelijk aan de bloeddruk te denken de wijzer naar een lagere waarde brengen of juist naar een hogere, als men
zich erover opwindt. Met wat oefening blijkt dat bepaalde dingen de bloeddruk laten stijgen en andere hem juist drukken. Via deze methode-die op zich eigenlijk geen echte therapie is-leert iemand hoe hij invloed op het doen en laten van zijn lichaam uit kan oefenen. In plaats van een gevangenis of zelfs martelkamer wordt het lijf een speeltje waarmee men heel erg veel kan doen. Soms combineert men biofeedback met psychotherapie. Een prachtige methode bij angst, verhoogde bloeddruk, hoofdpijn, maagzweren en rugklachten.