Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 05-08-2022

Is er een relatie tussen autisme en afwijkend darmmicrobioom?

betekenis & definitie

Tot nu toe ging men er van uit dat een afwijkend darmmicrobioom mogelijk de oorzaak is van autismesymptomen. Uit onderzoek zou echter blijken dat kieskeurig eten hierbij een belangrijke rol speelt.

Kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) zijn vaak kieskeurige eters. Door hun sensorische gevoeligheid reageren ze sterk op de geur, de smaak en andere kenmerken van voedsel. Dit bepaalt hun eetgewoontes en van daaruit dus ook of ze een tekort of teveel van sommige voedingsstoffen binnenkrijgen.
Vaak ontstaan daardoor ook gastro-intestinale problemen en een afwijkende samenstelling van de darmmicrobiota. Volgens eerder gedaan onderzoek zou de afwijkende darmmicrobiota mogelijk de oorzaak zijn van de autismesymptomen.

Nieuw inzicht
De resultaten van een onlangs verschenen studie, doen echter vermoeden dat het wellicht net andersom is en de verschillen in het darmmicrobioom die geassocieerd zijn met autisme, juist het gevolg zijn van het kieskeurige eten van de ASS-ers.
De onderzoekers analyseerden poepmonsters van in totaal 247 kinderen in de leeftijd van 2 tot 17 jaar. Omdat het darmmicrobioom sterk wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, werd in deze studie gebruik gemaakt van twee controlegroepen.

Andere onderzoeksmethode
De onderzoekers keken naar het volledige genoom van microbiële soorten in plaats van naar korte genetische streepjescodes (zoals bij 16S-analyse, een methode om de bacteriën in het monster te identificeren) . Op deze manier wordt namelijk ook informatie op genniveau verkregen en ontstaat er een nauwkeuriger weergave van de samenstelling van het darmmicrobioom dan via de 16S-analyse.

Associatie autisme en voedingspatroon
De onderzoekers vonden beperkt bewijs voor een directe associatie van autisme met het darmmicrobioom. Maar daarnaast vonden ze wel een zeer significante associatie van autisme met voeding. Een autisme-diagnose bleek geassocieerd met een minder divers voedingspatroon en een slechtere voedingskwaliteit. Er bleek bovendien ook een relatie te bestaan tussen de mate van gemeten autistische kenmerken en in hoeverre er sprake was van een minder divers voedingspatroon. Het gaat hierbij om autistische kenmerken zoals beperkte interesses, problemen met sociale communicatie, sensorische gevoeligheid, impulsiviteit, repetitief gedrag en genetische aanleg voor ASS.

Het lijkt er dus op dat het hebben van autisme leidt tot beperkte voedingsvoorkeuren, wat weer leidt tot een lagere darmmicrobioomdiversiteit en meer diarree-achtige ontlasting.
Eén van de beperkingen van het onderzoek is dat het de invloed van het darmmicrobioom voorafgaand aan de diagnose ASS niet kan uitsluiten. Dit geldt ook voor de mogelijkheid dat dieetgerelateerde veranderingen in het darmmicrobioom een feedbackeffect op het gedrag hebben. Er zijn momenteel geen vergelijkbare datasets beschikbaar om de bevindingen te bevestigen.

Eetpatroon als invalshoek
Het onderzoeken van het eetpatroon bij kinderen die gediagnosticeerd zijn met ASS wordt vaak ondergewaardeerd, terwijl het een belangrijke invalshoek kan zijn met betrekking tot hun algehele gezondheid en welbevinden.