Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 14-09-2019

DNA-paspoort

betekenis & definitie

In een DNA-paspoort staat het farmacogenetisch profiel van een persoon. Dit geeft aan hoe bepaalde enzymen in het lichaam medicijnen opnemen en afbreken en of iemand daardoor afwijkend op een bepaald medicijn of behandeling zal reageren.

Van alle acute ziekenhuisopnames wordt in Nederland 7 procent veroorzaakt door ernstige bijwerkingen van medicijnen. Anderzijds is maar 25 tot 60 procent van de geneesmiddelen effectief. Veel patiënten gebruiken medicijnen die bij hen helemaal niet werken.
10 tot 20 procent van alle patiënten loopt het risico dat geneesmiddelen niet goed werken doordat hun lever medicijnen verkeerd afbreekt. Dat kan ernstige, soms levensbedreigende gevolgen hebben. Die patiënten hebben minder of juist meer dan de standaard dosis nodig. Fabrikanten gaan bij de ontwikkeling van een medicijn uit van de gemiddelde afbraaksnelheid. Maar van alle Nederlanders heeft volgens het LUMC 95% een variant in de genen die leidt tot een andere omzetsnelheid.

Medicijnen voorschrijven op basis van het individuele DNA-profiel vermindert de kans op bijwerkingen en geeft zekerheid over de werking van een medicijn. Tot nu toe vindt DNA-onderzoek bij patiënten pas plaats als zij ernstige bijwerkingen van een medicijn ondervinden. Indien de apotheker of arts uw DNA-profiel opneemt in het systeem, zal er automatisch medicatiebewaking plaatsvinden op basis van uw DNA-informatie. Het genetisch profiel ligt vast en verandert niet tijdens uw leven.

Vaak worden meer medicijnen tegelijk voorgeschreven. Maar de werking van het ene medicijn kan de werking van een ander medicijn tegenwerken. Het ene medicijn doet dan wat het moet doen, maar verhindert dat het andere medicijn goed werkt. De meest voorkomende bijwerkingen zijn maagklachten, ook hoofdpijn, duizeligheid of erge vermoeidheid. Vaak zijn die bijwerkingen niet nodig. Een bijwerking ontstaat doordat een medicijn soms ook op andere plekken werkt dan op de plaats waar u klachten heeft.

Het cytochroom-P450 (CYP-) enzymsysteem van de lever, bestaat uit circa vijftig verschillende enzymen die, zoals alle eiwitten, zijn opgebouwd uit aminozuurketens. Dit systeem is betrokken bij het metabolisme en de eliminatie van bijna alle reguliere geneesmiddelen. Overigens kunnen ook voedingssupplementen, kruidenextracten, etc. bijwerkingen hebben omdat de CYP- enzymen erdoor geactiveerd of vertraagd worden. De capaciteit van het systeem verschilt van persoon tot persoon. Dit leidt ertoe, dat niet iedereen op een bepaalde dosis van een (genees)middel hetzelfde reageert. De activiteit van de cytochroom P450-enzymen neemt af met het stijgen van de leeftijd.

Steekproeven onder de bevolking wijzen uit dat mensen van een bepaald enzym te weinig of juist te veel kunnen hebben. Daardoor komt een geneesmiddel in een te lage of te hoge concentratie in hun bloed terecht. Met een DNA-analyse kan op een rijtje worden gezet wat de activiteit is van de lever(CYP-)enzymen en dus wat voor ieder geneesmiddel de omzettingssnelheid is.
Dat gebeurt nu vaak pas als een patiënt ernstige bijwerkingen van een medicijn ondervindt. De vijf belangrijkste leverenzymen zetten samen circa 60% van de geneesmiddelen om en waarschijnlijk krijgt iedereen ooit met een van die middelen te maken. Het gaat om onder meer antidepressiva, bètablokkers en pijnstillers.

Sommige voeding heeft een positieve werking op de CYP- enzymen, zie de link.