Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

Gepubliceerd op 08-04-2020

PHOENIX

betekenis & definitie

(Gr. Phoinix)

1. Zoon van Agenor, koning van Tyrus (tgw. Soür) in Phoenicië. Hij was de vader of v.a. de broer van Europa, en mythisch stamvader der Phoeniciërs.
2. Zoon van Amyntor, door zijn vader vervloekt daar zij beiden dezelfde geliefde hadden. Hij vluchtte naar Peleus, waar hij de opvoeder en vriend werd van de jonge Achilles. In de oorlog tegen Troje was hij een der aanvoerders der Myrmidonen (Hom. Ilias IX, 168, 223, 427, 690 e.v.).
3. Een mythische vogel der Egyptenaren, ook vermeld bij Griekse en Latijnse auteurs (bijv. Herod. 11,73; Ov. XV, 392 e.v.). In Egypte stelde men hem voor als reiger, in de klassieke literatuur als pauw of arend. Over zijn sterven zijn verschillende verhalen in omloop: elke 500 of 1461 jaar kwam de wondervogel naar Egypte, bouwde zijn nest en stierf erin. Uit zijn kadaver steeg een nieuwe Phoenix op. V.a. ontstond de nieuwe Phoenix uit het bloed dat het stervende dier uit zijn borst pikte. Het meest bekende verhaal is, dat de vogel in zijn nest verbrandde en verjongd uit de as herrees. De getallen 500 en 1461 houden verband met de astrologie.

ICONOGRAFIE Men ziet de Phoenixvogel op laatromeinse munten (2de eeuw n. C.). Vooral verschijnt hij in de Christelijkekunst op sarcofagen en mozaïeken, als symbool van de Opstanding. Als zodanig wordt de Phoenix ook in latere tijden, vooral in profane zin, als symbool van een herrijzenis gebruikt.

Zie Agenor, Europa, Amyntor, Peleus, Achilles, Mymidonen

< >