Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

Gepubliceerd op 08-04-2020

PHAËTON

betekenis & definitie

(— de stralende), zoon van Helius en Clymene, ging naar het paleis van de zonnegod, om hem een teken te vragen, waardoor hij door eenieder als zoon van Helius zou worden erkend. Zijn vader zwoer bij de Styx dat hij elke wens van Phaëthon zou vervullen.

Deze vroeg nu verlof om voor één dag de zonnewagen te mogen besturen. Helius stond dit, hoe ongaarne ook, toe, daar hij door zijn eed gebonden was. Phaëthon was niet bij machte de paarden van Helius in bedwang te houden en dreigde de aarde te verbranden. O.a. werden de Ethiopiërs door de hitte van de onregelmatig voortslingerende zonnewagen, verschroeid en kregen hun zwarte huidskleur. Zeus zag zich tenslotte genoodzaakt Phaëthon met zijn bliksem te vernietigen om groter onheil te voorkomen. (Ov. II, 1 e.v.). ICONOGRAFIE Phaëthon komt vooral voor op latere monumenten in de Romeinse keizertijd, bijv. op een sarcofaag uit Ostia (2de eeuw n.C.) te Kopenhagen. De ondergang van Phaëthon is een geliefd onderwerp der renaissance- en barokschilders bijv. Michel Angelo, Tintoretto, Brueghel en Rubens.Zie Helius, Clymene

< >