(Gr. Narkissos), zoon van Cephissus en Liriope, een jongeling van buitengewone schoonheid, die de liefde van de nimf Echo versmaadde.
Als straf hiervoor bewerkte Aphrodite, dat Narcissus verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld in het water. Verteerd door een nimmer bevredigde liefde, kwijnde hij weg, en werd in de gelijknamige bloem veranderd (Ov. 111,339 e.v.).ICONOGRAFIE Narcissus wordt voorgesteld als een schone naakte jongeling met lang haar. Soms is hij een jager met sandalen, lansen, knots of zwaard. Er zijn enkele bronzen statuetten, waarvan de meest bekende te Napels echter ten onrechte voor een beeld van Narcissus wordt gehouden. In de Pompeiaanse wandschilderkunst is de scène van Narcissus bij de bron een geliefd onderwerp (o.a. in de casa del Poeta Tragico, casa della Regina Margherita, casa di Olconio Rufo, casa di Loreio Tiburtino etc.). Uit later tijd schilderijen van Poussin en Lemoyne. Ook de naakte jongensfiguren van de bekende ‘fontein der knielenden’ te Gent van G. Minne, zijn uitbeeldingen van Narcissus.
Zie Cephissus, Liriope, Echo, Aphrodite