Griekse godinnen, dochters van Zeus en Themis. Zij vertegenwoordigden de orde in de natuur, de wisseling der jaargetijden en beschermden ook het maatschappelijk recht.
Gewoonlijk spreekt men van drie Horae: Dike, Eunomia, Irene. De Atheners kenden er slechts twee: Thailo (= de bloei) en Karpo (= de rijpheid). In later tijd nam men soms vier Horae aan, i.v.m. het getal der jaargetijden. Homerus (Ilias V, 749 e.v.) beschrijft hen als bewaaksters van de poorten der Olympus.ICONOGRAFIE Men stelt hen voor als jonge, luchtig geklede vrouwen. Op de oudere afbeeldingen (bijv. Françoisvaas) zonder attributen. Later vaak voorgesteld als de jaargetijden (bv. op een bekend Romeins reliëf in Parijs), met bijbehorende attributen zoals bloemen, kransen, vruchten, korf, sikkel, herderstaf etc. Beroemd is ook het fresco van Guido Reni te Rome.
Zie Zeus, Themis, Dike, Eunomia, Irene
