Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Klank

betekenis & definitie

de toon als acoustisch verschijnsel, ontstaat door hoorbare periodieke trillingen van een elastisch lichaam, dat door slaan, tokkelen, strijken, enz. uit zijn evenwichtstoestand wordt gebracht. Het aantal trillingen bepaalt de toonhoogte en wel zoo, dat toonhoogte en trillingsgetal omgekeerd evenredig zijn, De K. wordt benoemd naar den laagsten (meestal ook sterksten) der samenstellende tonen (aliquottonen, natuurtonen, enz.).

Deze toon wordt de grondtoon of fundamentale toon, de overigen bovenof bijtonen (ook harmonische tonen, sons harmoniques) genoemd. Hier volgen de eerste 16 boventonen van C:De in halve noten aangegeven tonen zijn bestanddeelen van het C-dur-accoord (De met een * aangegeven tonen komen niet overeen met de getempereerde). De boventonenreeks onthult het wezen van den Dur-consonant. De overige tonen zijn dissonant, voor zoover zij geen deel uitmaken van dit Duraccoord. In de boventonenreeks versmelten zij voor het gehoor grootendeels. De Moll-consonant is uit deze boventonenreeks niet te verklaren. Daarentegen kan een tegengestelde beschouwingswijze volkomen bevredigen. Lang vóór de ontdekking der boventonen vond men den D'ur-consonant uit de snaarindeeling van 1 tot ½ (harmonische reeks), den Moll-consonant echter uit de omgekeerde reeks n.l. uit de snaarlengten van 1—6 (arithmetische reeks).

Zarlino heeft het eerst volledig deze resultaten opgeschreven in zijn Istitutioni armoniche (1558). Volgens dit systeem verkrijgt men, uitgaande van een hoofdtoon (bovenprime), de volgende 16 tonen van de ondertonenreeks:

De in halve noten aangegeven tonen zijn bestanddeelen van het f-moll-accoord. Deze ondertonenreeks onthult het wezen van den Mollconsonant.