Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Diapason

betekenis & definitie

1. In de Grieksche muziek de benaming voor het octaaf.

2. Bepaalde naar een constant aantal trillingen vastgestelde toonhoogte („diapason normal" is de zoogenaamde „Parijsche" stemming), naar welke men zich richt bij het uitvoeren van muziekwerken.
3. Het instrument zelf, waarmede de onder 2. bedoelde toon wordt aangege,ven, hetzij stemvork of -fluit.