Wat is de betekenis van diapason?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

diapason

diapason - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) stemvork 2. (muziek) algemeen aangenomen toonhoogte van de 'a' bij het stemmen van muziekinstrumenten Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'pasōn' met het voorvoegsel dia- Verwante begrippen kamertoon, stemsleutel, stemtoonhoogte, stemvork

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Diapason

[Lat., van Gr. dia pasoon chordoon = door alle (acht) snaren] octaaf; omvang van stem of instrument; stemvork; normale stemming.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Diapason

toonomvang (muz.); (toon van de) stemvork; algemene stemming

2024-04-25
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

diapason

1. normale diapason, stemming waarin a’ 440 trillingen per seconde heeft; ook stemvork of stemfluitje: 2. mensuur van blaasinstrumenten, omvang van een stem.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Diapason

omvang van een stem of instrument; stemvork

2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Diapason

omvang van een stem; stemvork, -fluitje; toonhoogte; gemoedsstemming; faire brasser le diapason à qn., iem. een toontje lager doen zingen; se mettre au diapason de qn., zich naar iem. schikken.

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

diapason

(stem-, toon) hoogte; (toon)omvang; la; melodie, harmonie.

2024-04-25
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

diapason

stemvork; toonhoogte.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Diapason

(<Gr.), m., (muz.) 1. de achtste toon (octaaf) van een grondtoon, ook wel de algemene toonomvang van een stem of een instrument; 2. (toon van de) stemvork ; 3. algemeen aangenomen toonhoogte der a bij het stemmen van muziekinstrumenten ; 4. (fig.) algemene stemming.