Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Gepubliceerd op 21-04-2020

muziek

betekenis & definitie

kunstvorm die berust op het ordenen van klankfenomenen (tonen en/of geruis). De term is afkomstig van het Griekse mousikè, of de kunst der muzen; hieronder werden ook andere kunsten gerekend, o.m. dans- en dichtkunst.

Volgens de Indische sagenwereld is de muziek ontstaan met de schepping van de mens zelf, nl. de oerschreeuw. Muziek en leven en natuur hangen hier nauw samen. Naarmate de mens zich van de natuur verwijdert, verliest de muziek de cultische waarde, maar kan zich ontwikkelen als zelfstandig cultuurbestanddeel. Deze ontwikkeling is het duidelijkst merkbaar in de westerse muziek. Deze geeft het beeld van een voortdurende differentiëring die geleid heeft tot de veelsoortigheid die heden ten dage bestaat. Steeds heeft men onderscheid gemaakt tussen sacrale en niet-sacrale muziek.

Lange tijd was sacrale muziek identiek met het Gregoriaans, later was het de muziek van de polyfone scholen. Met de opkomst van de instrumentale muziek (eind 16de eeuw) vervaagde de dualiteit sacraal/ niet-sacraal. Er ontstond vervolgens een dualiteit tussen traditie en avant-garde. Tot de Franse Revolutie bleef een algemeen aanvaarde visie op het wezen van de muziek, zowel bij componisten, uitvoerders als publiek bestaan. Na de Franse Revolutie ontwikkelde de producent van muziek zich tot een vrij scheppend kunstenaar, onafhankelijk van opdrachtgever en publiek. Tevens was er de opkomst voor het muzikale verleden, alsook de concertpraktijk. die het toenemend historiserend karakter nog versterkte en de zgn. kunstmuziek, uitgewaaierd in een reeks van divergente stijlen, soms tot musica reservata maakte. Voor de historische stijlen en periodes zie voorts: '“Gregoriaans. ‘Notre-Dame-School, ars antiqua, ‘ars nova, ‘Nederlandse Scholen, ‘renaissance, ‘barok, ‘rococo, ‘galante stijl, ‘Empfindsamkeit, ‘klassieke muziek, ‘romantiek, ‘impressionisme, ‘expressionisme, ‘Nieuwe Muziek, ‘twaalftoontechniek, ‘seriële muziek, ‘aleatoriek, ‘neoromantiek, ‘postmodernisme.