wegdoen - regelmatig werkwoord
uitspraak: weg-doen
1. niet langer bij je houden of bewaren
♢ die lege flessen kun je wegdoen
2. niet langer bij je houden en gebruiken
♢ zou je die oude fiets niet eens wegdoen?
3. het ergens zetten of leggen waar het niet in de weg ligt
♢ die vaas kun je beter wegdoen in een van de kasten
4. uit je hand leggen
♢ doe onmiddellijk dat mes weg!
Regelmatig werkwoord: weg-doen
ik doe weg (... ik wegdoe)
jij/u doet weg (... jij wegdoet)
hij/zij doet weg (... hij wegdoet)
wij/zij/jullie doen weg (... wij wegdoen)
ik/jij/u/hij/zij deed weg (... ik wegdeed)
wij/zij/jullie deden weg (... wij wegdeden)
hij heeft weggedaan
de/het/een weggedane ....
Synoniemen
afdanken
Gepubliceerd op 14-11-2017
wegdoen
betekenis & definitie