wapenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wa-pe-nen
1. iemand een of meer wapens geven
♢ de politie was gewapend
2. ervoor zorgen dat je ertegen kunt
♢ met die dikke sjaal ben je gewapend tegen de kou
Regelmatig werkwoord: wa-pe-nen
ik wapen
jij/u wapent
hij/zij wapent
wij/zij/jullie wapenen
ik/jij/u/hij/zij wapende
wij/zij/jullie wapenden
hij heeft gewapend
de/het/een gewapende ....
wapenend, wapenende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk