vrijstellen

betekenis & definitie

vrijstellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vrij-stel-len

1. iemand niet verplichten iets te doen of zich te onderwerpen
♢ hij werd vrijgesteld van verder onderzoek
1. vrijstellen van belasting
[geen belasting hoeven betalen]
2. vrijstellen van voogdij
[meerderjarig verklaren]

Regelmatig werkwoord: vrij-stel-len
ik stel vrij (... ik vrijstel)
jij/u stelt vrij (... jij vrijstelt)
hij/zij stelt vrij (... hij vrijstelt)
wij/zij/jullie stellen vrij (... wij vrijstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde vrij (... ik vrijstelde)
wij/zij/jullie stelden vrij (... wij vrijstelden)
hij heeft vrijgesteld
de/het/een vrijgestelde ....
vrijstellend, vrijstellende