Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

voorzitten

betekenis & definitie

voorzitten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-zit-ten

1. de leiding hebben
wie zit deze vergadering voor?

Onregelmatig werkwoord: voor-zit-ten
ik zit voor (... ik voorzit)
jij/u zit voor (... jij voorzit)
hij/zij zit voor (... hij voorzit)
wij/zij/jullie zitten voor (... wij voorzitten)
ik/jij/u/hij/zij zat voor (... ik voorzat)
wij/zij/jullie zaten voor (... wij voorzaten)
hij heeft voorgezeten

< >