Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

voorhouden

betekenis & definitie

voorhouden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-hou-den

1. voor iets of iemand houden
we hebben haar de trui voorgehouden om te zien of hij goed stond
1. iemand een fopspeen voorhouden
[wat wel iets lijkt, maar eigenlijk niets voorstelt]
2. iemand een spiegel voorhouden
[hem het verkeerde van zijn gedrag laten zien]
2. iemand laten zien wat hij heeft gedaan
♢ ik heb hem voorgehouden dat dit gedrag mij gekwetst heeft

Onregelmatig werkwoord: voor-hou-den
ik houd voor (... ik voorhoud)
jij/u houdt voor (... jij voorhoudt)
hij/zij houdt voor (... hij voorhoudt)
wij/zij/jullie houden voor (... wij voorhouden)
ik/jij/u/hij/zij hield voor (... ik voorhield)
wij/zij/jullie hielden voor (... wij voorhielden)
hij heeft voorgehouden

Synoniemen
confronteren

< >