verzeilen

betekenis & definitie

verzeilen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-zei-len

1. laten zeilen om een bepaalde prijs
♢ de Kanaalrace werd dit weekend verzeild
2. ergens toevallig terechtkomen waar je niet wezen moet
♢ ik ben verzeild geraakt in een merkwaardig gezelschap

Regelmatig werkwoord: ver-zei-len
ik verzeil
jij/u verzeilt
hij/zij verzeilt
wij/zij/jullie verzeilen
ik/jij/u/hij/zij verzeilde
wij/zij/jullie verzeilden
hij is verzeild