verlenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-le-nen
1. het aan iemand of iets geven
♢ we moeten hulp verlenen aan de slachtoffers
1. subsidie verlenen
[geven]
Regelmatig werkwoord: ver-le-nen
ik verleen
jij/u verleent
hij/zij verleent
wij/zij/jullie verlenen
ik/jij/u/hij/zij verleende
wij/zij/jullie verleenden
hij heeft verleend
de/het/een verleende ....
verlenend, verlenende
Gepubliceerd op 14-11-2017
verlenen
betekenis & definitie