verkwanselen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-kwan-se-len
1. voor weinig verkopen omdat je dringend geld nodig hebt
♢ mijn neef heeft al het familiezilver verkwanseld
Regelmatig werkwoord: ver-kwan-se-len
ik verkwansel
jij/u verkwanselt
hij/zij verkwanselt
wij/zij/jullie verkwanselen
ik/jij/u/hij/zij verkwanselde
wij/zij/jullie verkwanselden
hij heeft verkwanseld
de/het/een verkwanselde ....
verkwanselend, verkwanselende
Synoniemen
verpatsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verkwanselen
betekenis & definitie