verklaren

betekenis & definitie

verklaren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-kla-ren

1. het officieel en plechtig meedelen
♢ Duitsland verklaarde Nederland in 1940 de oorlog
1. hij verklaarde zich bereid om ....
[hij zei dat hij het wilde]
2. hij verklaart haar zijn liefde
[zegt dat hij van haar houdt]
2. zeggen wat het betekent
♢ kun je verklaren waarom je hier 'wordt' met 'dt' schrijft?

Regelmatig werkwoord: ver-kla-ren
ik verklaar
jij/u verklaart
hij/zij verklaart
wij/zij/jullie verklaren
ik/jij/u/hij/zij verklaarde
wij/zij/jullie verklaarden
hij heeft verklaard
de/het/een verklaarde ....
verklarend, verklarende

Synoniemen
duiden, expliciteren, ontvouwen, ophelderen, specificeren, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verduidelijken