vergissen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-gis-sen
1. per ongeluk verkeerd doen of zeggen
♢ ik vergis me: het is niet dinsdag, maar woensdag
1. ik heb me in hem vergist
[ik had een verkeerde indruk van hem]
Regelmatig werkwoord: ver-gis-sen
ik vergis
jij/u vergist
hij/zij vergist
wij/zij/jullie vergissen
ik/jij/u/hij/zij vergiste
wij/zij/jullie vergisten
hij heeft vergist
vergissend, vergissende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk