variabel - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: va-ri-a-bel
1. wat niet steeds hetzelfde is
♢ zij heeft variabele werktijden
1. variabele kosten
[die met de productie op en neer gaan]
2. variabele werktijden
[die men binnen bepaalde grenzen zelf mag kiezen]
3. variabele behoeften
[die per persoon verschillend zijn (ook al hebben ze even veel te besteden)]
Bijvoeglijk naamwoord: va-ri-a-bel
... is variabeler dan ...
de/het variabele ...
iets variabels
Gepubliceerd op 14-11-2017
variabel
betekenis & definitie