Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitstrekken

betekenis & definitie

uitstrekken - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-strek-ken

1. een bepaalde oppervlakte in beslag nemen
hij strekte zich uit op de bank

Regelmatig werkwoord: uit-strek-ken
ik strek uit (... ik uitstrek)
jij/u strekt uit (... jij uitstrekt)
hij/zij strekt uit (... hij uitstrekt)
wij/zij/jullie strekken uit (... wij uitstrekken)
ik/jij/u/hij/zij strekte uit (... ik uitstrekte)
wij/zij/jullie strekten uit (... wij uitstrekten)
hij heeft uitgestrekt
de/het/een uitgestrekte ....
uitstrekkend, uitstrekkende

< >