uitloggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-log-gen
1. de verbinding met een andere computer afsluiten
♢ na het internetbankieren moet u uitloggen
Regelmatig werkwoord: uit-log-gen
ik log in (... ik inlog)
jij/u logt in (... jij inlogt)
hij/zij logt in (... hij inlogt)
wij/zij/jullie loggen in (... wij inloggen)
ik/jij/u/hij/zij logde in (... ik inlogde)
wij/zij/jullie logden in (... wij inlogden)
hij heeft of is ingelogd
de/het/een ingelogde ....
Synoniemen
afmelden
Gepubliceerd op 14-11-2017
uitloggen
betekenis & definitie