uitleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-leg-gen
1. het op een bepaalde manier zien of voelen
♢ hij legde mijn zwijgen uit als boosheid
2. wijder maken
♢ je bent dik geworden, ik zal die broek een beetje uitleggen
3. zeggen wat het betekent
♢ ik zal uitleggen wat dat moeilijke woord betekent
Regelmatig werkwoord: uit-leg-gen
ik leg uit (... ik uitleg)
jij/u legt uit (... jij uitlegt)
hij/zij legt uit (... hij uitlegt)
wij/zij/jullie leggen uit (... wij uitleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde uit (... ik uitlegde)
wij/zij/jullie legden uit (... wij uitlegden)
hij heeft uitgelegd
de/het/een uitgelegde ....
uitleggend, uitleggende
Synoniemen
beschouwen, duiden, expliciteren, interpreteren, ontvouwen, ophelderen, opvatten, specificeren, toelichten, uiteenzetten, verduidelijken, verklaren
Tegenstellingen
innemen
Gepubliceerd op 14-11-2017
uitleggen
betekenis & definitie