Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

tokkelen

betekenis & definitie

tokkelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: tok-ke-len

1. hangend aan een katrol langs een kabelbaan naar beneden of de overkant glijden
♢ in het klimpark in het Amsterdamse bos kun je tokkelen
2. de snaren van een instrument laten klinken door ze afzonderlijk aan te raken
♢ Edward zat wat te tokkelen op zijn gitaar
3. geslachtsgemeenschap hebben
♢ heb je al getokkeld met je vriendje?

Regelmatig werkwoord: tok-ke-len
ik tokkel
jij/u tokkelt
hij/zij tokkelt
wij/zij/jullie tokkelen
ik/jij/u/hij/zij tokkelde
wij/zij/jullie tokkelden
hij heeft getokkeld
tokkelend, tokkelende

Synoniemen
bespringen, naaien, neuken, paren, vrijen, wippen