toezeggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: toe-zeg-gen
1. zeggen dat je hem iets zult geven of dat je iets voor hem zult doen
♢ ze hebben toegezegd dat ze zullen tekenen
Regelmatig werkwoord: toe-zeg-gen
ik zeg toe (... ik toezeg)
jij/u zegt toe (... jij toezegt)
hij/zij zegt toe (... hij toezegt)
wij/zij/jullie zeggen toe (... wij toezeggen)
ik/jij/u/hij/zij zegde toe (... ik toezegde)
wij/zij/jullie zegden toe (... wij toezegden)
hij heeft toegezegd
de/het/een toegezegde ....
toezeggend, toezeggende
Synoniemen
beloven
Gepubliceerd op 14-11-2017
toezeggen
betekenis & definitie