toebuigen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: toe-bui-gen
1. al buigend naar iets of iemand toe komen
♢ hij boog zich naar me toe en fluisterde iets in mijn oor
2. dicht maken door te buigen
♢ als je het ijzerdraad toebuigt, is het hek gesloten
Onregelmatig werkwoord: toe-bui-gen
ik buig toe (... ik toebuig)
jij/u buigt toe (... jij toebuigt)
hij/zij buigt toe (... hij toebuigt)
wij/zij/jullie buigen toe (... wij toebuigen)
ik/jij/u/hij/zij boog toe (... ik toeboog)
wij/zij/jullie bogen toe (... wij toebogen)
hij is of heeft toegebogen
de/het/een toegebogen ....
toebuigend, toebuigende
Gepubliceerd op 14-11-2017
toebuigen
betekenis & definitie