stempelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: stem-pe-len
1. er een stempel op zetten
♢ deze brief is niet gestempeld
Regelmatig werkwoord: stem-pe-len
ik stempel
jij/u stempelt
hij/zij stempelt
wij/zij/jullie stempelen
ik/jij/u/hij/zij stempelde
wij/zij/jullie stempelden
hij heeft gestempeld
de/het/een gestempelde ....
stempelend, stempelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk