stempel

betekenis & definitie

stempel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: stem-pel

1. voorwerp met uitgesneden figuur aan de onderkant waarmee je inkt kunt afdrukken
♢ wij hebben een stempel met de firmanaam
2. de afdruk van een figuur op papier of stof
♢ in het stempel op de postzegel stond Amsterdam
1. je stempel ergens op drukken
[er een duidelijke invloed op hebben]
3. het bovenste deel van de stamper van een bloem, waarop de bevruchting plaatsvindt
♢ het stempel van de narcis heeft een bijzondere vorm

Algemene uitdrukkingen:
1. iemand van de oude stempel
[die vasthoudt aan oude gebruiken]
Zelfstandig naamwoord: stem-pel
het stempel
de stempels
het stempeltje