figuur - zelfstandig naamwoord
uitspraak: fi-guur
1. afbeelding van iets
♢ de figuur die ze tekende was een konijn
2. wiskundige afbeelding
♢ de figuur van de cirkel is rond
3. vorm van het lichaam
♢ hij heeft het figuur van een jonge kerel
1. zij weet zich met haar figuur geen raad
[ze weet niet hoe ze zich moet gedragen]
4. persoon met bepaalde kenmerken
♢ de figuur die in het boek optreedt
Zelfstandig naamwoord: fi-guur
de of het figuur
de figuren
het figuurtje
Synoniemen
gedaante, gestalte, lichaamsvorm, lijn, postuur, type
Gepubliceerd op 14-11-2017
figuur
betekenis & definitie