stel - zelfstandig naamwoord
1. twee bij elkaar
♢ die twee vrienden vormen een leuk stel
2. groep mensen of voorwerpen
♢ ik heb een stel boeken verkocht
1. het hele stel
[iedereen of alles]
2. een goed stel hersens hebben
[intelligent zijn]
Algemene uitdrukkingen:
1. op stel en sprong
[meteen]
Zelfstandig naamwoord: stel
het stel
de stellen
het stelletje
Synoniemen
paar
Tegenstellingen
individu, personage, persoon
Gepubliceerd op 14-11-2017
stel
betekenis & definitie