speen - zelfstandig naamwoord
1. tepel van een zoogdier
♢ het varken drinkt uit de speen van zijn moeder
2. dop met een gaatje erin, op een zuigfles
♢ de baby kreeg geen melk want de speen zat verstopt
3. rubberen pijpje met rond plastic schildje en een ring eraan
♢ de meeste baby's krijgen een fopspeen als ze moeten slapen
Zelfstandig naamwoord: speen
de speen
de spenen
het speentje
Gepubliceerd op 14-11-2017
speen
betekenis & definitie