schijthuis - zelfstandig naamwoord
uitspraak: schijt-huis
1. waar of waarop je poept of plast
♢ vroeger noemden ze de wc het schijthuis
2. iemand die niet flink of dapper is
♢ hij heeft wel een grote mond, maar eigenlijk is het een schijthuis
3. iemand die bang is
♢ je bent wel een schijthuis als je het bos niet in durft
Zelfstandig naamwoord: schijt-huis
de schijthuis
de schijthuizen
Synoniemen
bangebroek, bangerd, bangerik, doos, lafaard, plee, schijtlijster, schijtluis, toilet, wc
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk