Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

scharrelen

betekenis & definitie

scharrelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: schar-re-len

1. met allerlei dingen bezig zijn
ik heb wat in de tuin gescharreld
2. een korte liefdesverhouding hebben
♢ mijn broer Paul heeft nog met zijn buurmeisje gescharreld
3. in de grond pikken en rommelen
♢ de kippen scharrelen in de ren
4. het overal vandaan halen
♢ hij heeft zijn kostje bij elkaar gescharreld
5. langzaam en onhandig voortbewegen
♢ de peuter scharrelde door de kamer

Regelmatig werkwoord: schar-re-len
ik scharrel
jij/u scharrelt
hij/zij scharrelt
wij/zij/jullie scharrelen
ik/jij/u/hij/zij scharrelde
wij/zij/jullie scharrelden
hij heeft gescharreld
scharrelend, scharrelende

< >