raadplegen

betekenis & definitie

raadplegen - regelmatig werkwoord
uitspraak: raad-ple-gen

1. proberen het te vinden
♢ raadpleeg het woordenboek als je het niet weet
2. om raad vragen
♢ ik raadpleeg de directeur even

Regelmatig werkwoord: raad-ple-gen
ik raadpleeg
jij/u raadpleegt
hij/zij raadpleegt
wij/zij/jullie raadplegen
ik/jij/u/hij/zij raadpleegde
wij/zij/jullie raadpleegden
hij heeft geraadpleegd
de/het/een geraadpleegde ....

Synoniemen
consulteren, opzoeken

Tegenstellingen
aanraden, adviseren, raden