prop - zelfstandig naamwoord
1. bal van samengebald materiaal
♢ meester Luigi maakte een prop van het proefwerk van Gijs
1. een prop in je keel krijgen
[zo ontroerd zijn dat je niet kunt slikken]
2. met iets op de proppen komen
[ermee voor de dag komen]
2. klein, dik persoon
♢ Amalia was vroeger een propje, maar nu is echt slank
Zelfstandig naamwoord: prop
de prop
de proppen
het propje
Gepubliceerd op 14-11-2017
prop
betekenis & definitie