Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

pril

betekenis & definitie

pril - bijvoeglijk naamwoord

1. pas ontstaan, nog jong en onbedorven
er ontstond een prille liefde tussen Pieter en Nicky
1. in mijn prille jeugd
[toen ik nog heel klein was]

Bijvoeglijk naamwoord: pril
... is priller dan ...
het prilst
de/het prille ...
iets prils

Tegenstellingen
ervaren, geoefend, geroutineerd

< >