picknicken - regelmatig werkwoord
uitspraak: pik-nik-ken
1. eten in de vrije natuur met meegebracht eten en drinken
♢ zullen we vanavond lekker gaan picknicken in het Amsterdamse bos?
Regelmatig werkwoord: pik-nik-ken
ik picknick
jij/u picknickt
hij/zij picknickt
wij/zij/jullie picknicken
ik/jij/u/hij/zij picknickte
wij/zij/jullie picknickten
hij heeft gepicknickt
picknickend, picknickende
Gepubliceerd op 14-11-2017
picknicken
betekenis & definitie